Categorieën
onderwijs organiseren publicatie

Heeft nascholing zin?

Tien principes voor succesvolle professionalisering

Elke leerkracht die zijn of haar beroep serieus neemt zal van tijd tot tijd meedoen aan nascholingsactiviteiten. Vaak gebeurt dat in teamverband, maar behalve dat is er een groot aanbod aan cursussen, trainingen of complete opleidingen om het niveau van de leerkracht naar een hoger plan te brengen. Het is niet vreemd om op zeker moment de vraag te stellen of al die nascholing zin heeft. In het boekje ‘De leraar, professioneel leren en ontwikkelen’ wordt een antwoord gegeven op deze vraag. De auteurs Denis en Van Damme geven een samenvatting van een diepgravende studie van de Nieuw-Zeelandse onderwijskundige H. Timperley. Zij heeft een omvattend onderzoek gedaan naar welke principes er echt toe doen bij professionalisering. Centraal stond de vraag: ‘Heeft professionalisering gevolgen voor de resultaten van het onderwijs bij de leerlingen?’ Een kort overzicht van de tien principes die nascholing tot een succes kunnen maken en waarmee alle betrokken bij professionalisering hun winst kunnen doen.

1. De scholing draagt bij aan betere resultaten

Leerkrachten die een cursus volgen, zullen ervan overtuigd moeten zijn dat de scholing bijdraagt aan betere resultaten van het onderwijs. Het is van belang dat tijdens de cursus concreet wordt ingegaan op de vraag welke onderwijsactiviteiten de leerlingresultaten positief beïnvloeden. Als de leerkracht ontdekt dat de nieuwe professionele kennis en vaardigheden een positieve invloed hebben op de leerlingen, voelt hij of zij zich ook effectiever als leraar.

2. De scholing loont de moeite

De kennis en vaardigheden die leerkrachten verwerven dienen evidence-based te zijn. Dat wil zeggen dat degene die de cursus volgt ervan uit moet kunnen gaan dat het geleerde wetenschappelijk is onderbouwd. De cursus zal tegelijkertijd praktijkgericht en contextspecifiek moeten worden aangeboden.

3. Integratie van theorie en praktijk

De cursus zal zo moeten zijn opgebouwd dat er aandacht is voor zowel kennis als vaardigheden, maar deze moeten ook geïntegreerd worden. Het enkel aanbieden van kennis, of het slechts oefenen van vaardigheden afzonderlijk, legt geen stevige basis voor verbeterde onderwijspraktijk. Er is sprake van professionele ontwikkeling als theorieën worden aangeboden, samen met de toepassing in de praktijk. Aanbieders van cursussen en trainingen zullen in de beginsituatie terdege rekening moeten houden met de aanwezige kennis van de cursisten en hun persoonlijke visie op de bestaande praktijk.

4. Van onderwijsbehoefte naar ondersteuningsbehoefte

De kernvraag voor een cursist die aan professionalisering (mee)doet, zou moeten zijn: ‘Wat moet ik leren, om het leren van mijn leerlingen te bevorderen? Deze vraag veronderstelt dat leraren zicht hebben op wat hun leerlingen moeten kunnen. Zicht op de leerstofdoelen en zicht op de leerlijn. Wanneer we dat weten kan ook bepaald worden wat de eigen leerbehoefte is om dit aan de kinderen te kunnen aanbieden. Deze vorm van zelfreflectie is essentieel. Anders wordt de praktijkverandering een doel op zich, in plaats van een middel om de leerlingen te helpen.

5. Vertrouwen en uitdaging

Leren van leerkrachten moet een cyclisch en geen lineair gebeuren zijn. Cursisten die nascholing volgen, moeten in staat gesteld worden om de verworven inzichten in de praktijk uit te proberen en zo nodig ideeën te herzien. Verandering vraagt het nemen van risico’s. Leerkrachten die in hun onderwijspraktijk risico’s durven nemen, moeten erop kunnen vertrouwen dat zij gesteund worden in hun inspanningen. Het is dan ook belangrijk dat leerkrachten die deelnemen aan nascholing dat vooral doen vanuit een ervaren behoefte van leerlingen, en niet zozeer gestuurd door de schoolleiding.

6. Aansluiten bij de bestaande praktijk

Leerkrachten hebben de neiging om nieuwe ideeën te verwerpen, tenzij hun huidige inzichten betrokken worden in de inhoud van de cursus. In de nascholing zullen bestaande opvattingen van leerkrachten moeten worden bediscussieerd en in verband gebracht met de nieuwe benadering. Als cursisten niet overtuigd zijn van de waarde van het nieuw geleerde en als men niet zeker is van ondersteuning bij de uitvoering in de praktijk, is men niet bereid de nieuwe benadering aan te nemen.

7. Verwerking met collega’s

Gesprek met collega’s over de inhoud van de cursus is nuttig, wanneer daarbij de leerlingresultaten betrokken worden. Een gedachtewisseling met collega’s tijdens of na de cursus is alleen zinvol als hierbij het doel van de cursus, namelijk de verbetering van de leerlingresultaten specifiek ter sprake komt. Het gesprek over het geleerde op de cursus moet gaan over de relatie tussen de onderwijspraktijk en de leerlingresultaten.

8. Inzet van deskundige expertise

Professioneel leren op school is effectief wanneer een deskundige wordt ingezet om leerkrachten uit te dagen buiten de kaders van de bestaande praktijk te denken. Een expert kan de eigen directeur zijn, of een externe onderwijskundige adviseur. In ieder geval zal deze deskundige in staat moeten zijn om de theorie en de praktijk te verbinden op een manier die zinvol is voor leerkrachten. In de nascholing zal de deskundige rekening moeten houden met de complexe onderwijspraktijk. De trainer zal de motivatie van de deelnemers moeten aanboren die – als het goed is- te vinden is in de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

9. Onderwijskundig leiderschap

Onderwijskundige leiders vervullen een sleutelrol bij professionalisering. Het kan niet zo zijn dat de schoolleider het nascholingstraject vanaf de zijlijn volgt. Hij vervult een cruciale rol op drie gebieden. Allereerst is de schoolleider de drager van een realistische visie over de nascholing en straalt deze uit naar het team in concrete alledaagse activiteiten. In de tweede plaats is de schoolleider verantwoordelijk voor de aansturing van de nascholing. Hoewel een externe onderwijskundige de feitelijke training kan verzorgen, is de directeur eigenaar van het leerproces van het team. Tenslotte moet de schoolleider in staat zijn om zaken zo te organiseren dat aan alle voorwaarden wordt voldaan waardoor collega’s het geleerde in praktijk kunnen brengen.

10. Duurzame verbetering

Als men een langdurig effect wil hebben van professionalisering, zal men verder moeten kijken dan de korte termijn. Ook wanneer de externe ondersteuning wegvalt, zal de verandering moeten beklijven. Dit vereist van leerkrachten dat zij tijdens de cursus een degelijke theoretische kennis hebben opgedaan. Daarnaast zullen er in de school de noodzakelijke organisatorische maatregelen moeten zijn genomen waardoor het geleerde voortdurend in praktijk kan worden gebracht.

Professionalisering in een cyclus

De tien principes die besproken zijn, werken niet onafhankelijk van elkaar, maar vinden als het goed is plaats in een cyclisch proces. In figuur 1 is weergegeven hoe de nascholing zich verhoudt tot het stellen van doelen in het onderwijsleerproces. Daarbij is het van belang om na te gaan wat de behoeften van de leerlingen zijn om die doelen te kunnen behalen. De cyclus toont zowel de rol van de leerkracht als van de schoolleider, maar uiteindelijk zal het erom gaan of de leerlingen werkelijk nieuwe leerervaringen opdoen die ook door de school in de doelstellingen beoogd worden.

Professionalisering leerkrachten

Figuur 1 professionalisering in relatie tot wat leerlingen nodig hebben

Tenslotte

De onderzoekers hebben met dit boekje een belangwekkend onderzoek van H. Timperley voor het Nederlands taalgebied ontsloten. Hoewel het taalgebruik hier en daar wat abstract is en nogal Vlaams aandoet, bieden de genoemde tien principes een stevige basis om na te denken over het hoe en waarom van professionalisering. Kernpunt daarbij is dat de scholing verbonden dient te zijn aan de leerdoelen en de behoeften van leerlingen. Scholen zullen hun doelen moeten bepalen, uitgaande van een heldere visie, alvorens initiatieven tot nascholing te ontplooien. Daarmee wordt voorkomen dat men met hypes meedeint. Onderwijskundige vernieuwingen zullen vervolgens ook steeds weer aan deze visie moeten worden getoetst.

Bestellen

N.a.v. Denis, J & Van Damme, J. (2010). De leraar: professioneel leren en ontwikkelen. Uitgeverij Acco, Leuven, 104 blz, € 10,50