Categorieën
publicatie verbinding & vertrouwen

Recensie van De Ringaanpak

Een groepsdynamische benadering voor een veilige klas

Iedere (nieuwe) groep doorloopt de welbekende fasen van groepsvorming. In de meeste gevallen ontstaat er een prettige sfeer waarin de meeste kinderen zich veilig voelen. Sociale veiligheid is voorwaarde voor een effectief leerproces, goed kunnen samenwerken en initiatief durven tonen.

Er zijn echter ook groepen waarin sprake is van negatief leiderschap. De sociale processen geven ruimte aan roddelen, intimidatie, uitsluiting, ruzie en pesten. Verwoede pogingen van de leerkracht om negatief gedrag te onderdrukken hebben vaak onvoldoende effect. De incidenten zijn namelijk een gevolg van een negatief groepsproces.

De echte oplossing is gelegen in het actief werken aan het verbeteren van de groepsdynamiek. Vanuit deze gedachte ontwikkelde Barry Redeker de Ringaanpak.

De Ringaanpak

De ringaanpak gaat uit van een groep als een systemisch geheel waarin de groepsleden bepaalde rollen hebben die met elkaar een patroon vormen. Door dit patroon voor de groepsleden zelf inzichtelijk te maken en een beroep te doen op ieders verantwoordelijkheid, wordt het negatieve proces omgebogen.

De samenhangende aanpak heeft in verschillende groepen tot een positief resultaat geleid. Begeleiding en ondersteuning van de leerkracht door een intern of extern begeleider is wel gewenst. Dit boek beschrijft voor zowel de leerkracht als de begeleider welke stappen gezet worden op weg naar een veilige groep.

De ringen

In het hoofdstuk ‘de ringen’ wordt uitgelegd dat in een negatieve groep doorgaans verschillende subgroepen een negatieve invloed op elkaar hebben. Er worden zes subgroepen beschreven.

  • In het centrum (ring 1) bevindt zich een negatieve leider. Deze leerling heeft een centrale positie, en kan zichzelf handhaven dankzij de negatief ondersteunende rol van de leerlingen in ring 2 en 3.
  • De leerlingen in ring 2 voeren het beleid uit; de leerlingen in ring 3 laten zich gemakkelijk beïnvloeden en zijn sterk geneigd tot volgen, waarbij ze over hun eigen persoonlijke grenzen heengaan.
  • Ring 4 is doorgaans een grote groep teruggetrokken kinderen. Zij kijken toe en grijpen zelden in.
  • De leerlingen in ring 5 zijn in staat om op een positieve manier leiding te geven. Door het ontbreken van steun, krijgen ze nauwelijks navolging.
  • Buiten de ringen bevinden zich  tenslotte enkele kwetsbare leerlingen die een groot risico lopen slachtoffer te worden.

Acht stappen

In hoofdstuk 2 worden de handelingen om het groepsproces op een positieve manier om te buigen in acht stappen beschreven.

In stap 1 wordt de groep in kaart gebracht; door middel van de afname van een sociogram en het bevragen van leerlingen worden de groep ingedeeld in de ringen. Het is van belang om de leerling niet statisch te typeren. De leerling ís geen ring, maar bevindt zich in een ring.

In stap 2 ‘Hoe is het nu’ wordt door middel van een enquête en interactieve gespreksvoering inzichtelijk gemaakt wat de uitgangspositie van de groep is. Het negatieve proces wordt concreet benoemd en gezamenlijk wordt de urgentie gevoeld om er iets aan te doen.

In stap 3 wordt vervolgens het groepsdoel bepaald.

  • Waar willen we naar toe?
  • Wat is de gewenste toekomst?

Met een duidelijk schema wordt aan de leerlingen uitgelegd dat er een minkoers en een pluskoers is. Wie gedrag vertoont richting de minkoers, kan voortaan rekenen op het ongenoegen van de leerkracht, maar ook van de medeleerlingen, want het groepsdoel is de pluskoers.

Het is van belang om de leerlingen hierin duidelijk mee te krijgen. Iedereen moet zich duidelijk uitspreken over de positieve toekomst voor de groep. Dan kan overgegaan worden naar stap 4.

In stap 4 wordt aan de kinderen uitgelegd wat de ringen zijn en hoe die elkaar beïnvloeden. De leerlingen plaatsen zichzelf en anderen in de ringen. Met de kinderen die samen in dezelfde ring zitten worden gesprekken gevoerd. Deze gesprekken gaan er vooral over welke rol de leerlingen nu hebben en wat ze in positieve zin kunnen bijdragen aan het groepsdoel.

Leerlingen uit iedere ring krijgen een specifieke opdracht mee.

Nu het groepsdoel duidelijk is, is voor iedereen in de klas ook helder op welke manier men aan dat doel kan bijdragen.

Vervolgens is het van belang om gedurende stap 5 op een voorspelbare manier te begrenzen, te belonen en te negeren.

Begrenzen wordt toegepast bij het zogenaamde mingedrag en wordt opgebouwd van:

  • een waarschuwing;
  • een schrijfopdracht;
  • een schrijfopdracht met handtekening van de ouders;
  • vervolgens een gesprek met de ouders.

De boodschap dat er openhartig met ouders wordt gecommuniceerd komt vaak goed aan.

Stap 6 heet ‘Aan de slag’. Het formulier ‘Afspraak met jezelf en de groep’ kan kinderen helpen om zich bewuster te zijn van hun gedrag; zowel min, als plusgedrag.

Stap 7 is het evalueren en bijstellen tijdens het proces en in stap 8 gaat het om een positieve afsluiting.

Theoretische onderbouwing

In de hoofdstukken 3 en 4 wordt een helder geschreven theoretische onderbouwing gegeven van het groepsdynamische proces en de mogelijke oorzaken van het ontstaan van negatief gedrag.

‘Storend gedrag laat je niet voor je lol zien’, is de titel van het laatste hoofdstuk.

Heel duidelijk wordt het verschil beschreven tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis. Gedragsproblemen manifesteren zich vaak als er oorzaken zijn in de omgeving. De auteur wijst erop dat leerkrachten terughoudend moeten zijn om te snel van een stoornis te spreken.

Bij omgevingsfactoren die gedragsproblemen tot gevolg hebben, kan gedacht worden aan:

  • hechtingsproblemen;
  • negatieve opvoedstijl;
  • schoolfactoren zoals de rol van de leerkracht;
  • het pedagogisch klimaat.

Curatieve aanpak

De ringaanpak is te gebruiken als middel in groepen die zich negatief hebben ontwikkeld. Het is dus meer een curatieve aanpak voor een negatieve groep en geen preventieve aanpak. Bepaalde onderdelen uit het boek zijn wel te gebruiken als handvat om ook negatieve processen te voorkómen.

Tegelijkertijd is het wel van belang om – als het nodig is – tijdig in het schooljaar met de ringaanpak te beginnen. Om het schooljaar op een goede manier af te sluiten, moeten de stappen 7 en 8 ook afgemaakt kunnen worden.

Preventief werken aan groepsdynamiek heeft uiteraard de voorkeur, maar als een groep eenmaal zich negatief heeft ontwikkeld, kan de ringaanpak een effectief middel zijn om het groepsproces weer in de goede richting om te buigen.

Het boek is bedoeld voor leerkrachten, intern begeleiders en ambulant begeleiders. De ringaanpak is  in opzet praktisch. De effectiviteit laat zich met name in de midden- en bovenbouw van de basisschool zien. Dat heeft vooral te maken met het ontwikkelingspsychologische proces waarbij de gerichtheid op de ander toeneemt.

Bestellen

N.a.v. Barry Redeker,  De ringaanpak, een groepsdynamische benadering voor een veilige klas. 96 blz. Uitgeverij PICA, Huizen. ISBN9789491806704, € 24,95.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *