Categorieën
publicatie verbinding & vertrouwen

Twee boekbesprekingen over pleegzorg

Bijbels licht op Pleegzorg, Samen sterk voor kinderen. W. Visser (red). Uitgeverij de Banier, 2010. 118 blz. ISBN 978 90 336 08483, € 9,95

Het boekje ‘Bijbels licht op pleegzorg’ heeft als ondertitel ‘Samen (sterk) voor kinderen’ en is een uitgave van De Banier uit 2010. In dit praktische boekje wordt pleegzorg van verschillende kanten beschouwd door auteurs die op de een of andere manier met pleegzorg te maken hebben.
Het hoofdstuk ‘Bijbels licht op pleegzorg’ is geschreven door Ds. A. Simons die in zijn gezin verschillende pleegkinderen heeft opgenomen (gehad). Hij gaat in op Bijbelse kernwoorden zoals barmhartigheid, gebrokenheid, herbergzaamheid, lijdzaamheid, voorzienigheid, verbondenheid, verbondenheid, bewogenheid en behulpzaamheid.
Een aantal praktische hoofdstukken geven een beschrijving van wat pleegzorg feitelijk inhoudt. Wat komt er bij kijken als je pleegouder wilt worden? Welk traject hebben aspirantpleegouders te doorlopen en welke vragen komen op je af? Er is ook aandacht voor de juridische aspecten van gezag en kinderbescherming. In afzonderlijke hoofdstukken wordt ingegaan op de relatie met school en de kerkelijke gemeente. Wanneer er gekozen wordt voor het opnemen van pleegkinderen uit onchristelijke gezinnen, kunnen ouders vragen hebben omtrent de bediening van de Heilige Doop. De verschillende keuzes die door kerkgenootschappen zijn gemaakt, zijn kort weergegeven, met de argumenten. Citaat: ‘Het is zorgvuldig een dergelijke keuze in goede en duidelijke richtlijnen te verwoorden. Niet om de dooppraktijk te juridiseren. Wel om duidelijkheid te scheppen naar kerkenraden en pleegouders en om pijnlijke misverstanden te voorkomen.’
Pleegouders worden vaak geconfronteerd met het loyaliteitsconflict van hun pleegkind en kunnen te maken krijgen met ‘lastige’ situaties in de omgang met de biologische ouders. Hoofdstuk 7 ‘Ouders en pleegouders, allebei ouders’ gaat in op aspecten van loyaliteit en sluit af met een aantal praktische handvatten. Bijvoorbeeld: ‘Contact met de natuurlijke ouders van het kind kunnen je mild maken. Je kunt daardoor meer zicht krijgen op de machteloosheid en pijn van de ouders..’
Het boek wordt gecompleteerd door een levensverhaal van een pleegkind en een ervaringsverhaal van pleegouders. Tenslotte wordt ingegaan op de actuele ontwikkelingen in de jeugdzorg.
Het bieden van pleegzorg is verrijkend en intensief en drukt een stempel op het gezinsleven. Dit boekje is een praktische handreiking voor mensen die pleegzorg bieden of overwegen dat te gaan doen. De belangrijkste vraag in dit verband troffen we aan in het boekje ‘Aanspraak en Raad’ van mej. C.J.M. Sieben. Zij schrijft aan haar kinderen én pleegkinderen: ‘Nu dan, mijn kinderen, zie dan al je wegen en wandel na en vraag bij alles wat je doet en doen zult: hoeveel en hoever drijft mij de liefde Gods om dit te doen en dat te laten? En ook, hoeveel en hoever drijft mij de liefde tot de naaste, die uit God vloeiende is?’

Nooit meer zo alleen, wennen in een pleeggezin, een onderzoek van Universiteit van Amsterdam en Stichting Alexander, 2012. Auteurs: Elly Singer, Adimka Uzozie, Kirty Zeijlmans. Het rapport is op verschillende plaatsen van internet te downloaden. O.a. via www.nji.nl


‘Het zal je maar overkomen: dat je naar een onbekend gezin wordt gebracht en daar moet blijven (…) je weet niet voor hoelang, misschien tot je volwassen bent, misschien wordt je nog een keer overgeplaatst of misschien ga je toch terug naar je vader of moeder. Dit overkomt jaarlijks vele pleegkinderen die niet langer thuis kunnen wonen en elders zullen opgroeien.’
Met dit citaat begint het rapport ‘Nooit meer zo alleen, wennen in een pleeggezin’. Het rapport is een verslag van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam en de stichting Alexander naar plaatsingen in een pleeggezin. Wat brengt een plaatsing teweeg bij pleegkinderen, pleegouders en eigen kinderen van pleegouders? Hoe verloopt het elkaar leren kennen en het aan elkaar wennen? Hoe gaan pleegkinderen om met heftige emoties en hoe reageren pleegouders en eigen kinderen daarop? En hoe zit het met de ondersteuning door pleegzorgwerkers in de periode na de plaatsing?
In het onderzoek is geluisterd naar pleegkinderen, pleegouders, eigen kinderen van pleegouders en pleegzorgwerkers. Het onderzoek is kwalitatief van opzet, wat inhoudt dat er geen statistische analyses zijn uitgevoerd, maar betrokkenen middels interviews aan het woord worden gelaten. Dit maakt het rapport bijzonder toegankelijk en leesbaar.
In hoofdstuk zes worden naar aanleiding van de gevoerde gesprekken een aantal centrale vraagstukken en aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen zijn nuttig voor alle betrokkenen bij een pleegzorgplaatsing. Een plaatsing is een ingrijpende gebeurtenis die niet zorgvuldig genoeg kan worden voorbereid, georganiseerd en begeleid. Het is goed om hier kennis van te nemen, maar we dienen ons te realiseren dat de praktijk weerbarstig zal blijven. Voor geïnteresseerden in pleegzorg is dit een zeer waardevol rapport dat gratis is te downloaden via www.nji.nl.
Op het psychologische vlak worden zeer boeiende vragen aan de orde gesteld. Zo lezen we bijvoorbeeld in de paragraaf: Morele vraagstukken en een levensvraag: Uiteindelijk stelt pleegzorg ons – we bedoelen iedereen, ook de buitenwereld – voor levensvragen. Hoe doorbreken we negatieve verwachtingen verbonden aan slachtofferschap en hoe verbinden wij ons met de levenskracht die huist in ieder kind? Echter, de belangrijkste levensvraag die achter de gebrokenheid van het leven van pleegkinderen schuilgaat, is de vraag naar de oorzaak van de (gevolgen van de) zonde. Werkelijke verlossing daarvan is mogelijk door Hem die Zelf Pleegkind wilde worden.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *