Categorieën
onderwijs organiseren publicatie

Recensie van ‘Soms moet het werkelijk stil zijn …Onderwijsgedichten 1591-2010’ En ‘Ellis en het verbreinen, over hersenen, gedrag & educatie’

Soms moet het werkelijk stil zijn …Onderwijsgedichten 1591-2010; Samengesteld door Theo Magito en Henk Sissing. Tweede druk, ISBN 978 90 72247 39 1; prijs € 17,50.
‘Soms moet het werkelijk stil zijn…’ is een regel uit een gedicht van Ed Leeflang en de titel van een bloemlezing Nederlandse poëzie rondom het thema ‘onderwijs’. De bundel is chronologisch geordend; er zijn hoofdstukken aangebracht per tijdvak. Deze hoofdstukken omvatten steeds kortere perioden en steeds meer gedichten. Het grootste gedeelte van de ongeveer 300 gedichten is geschreven in de tweede helft van de twintigste eeuw.
Door de keuze voor een chronologische opbouw geeft de bloemlezing een dwarsdoorsnede van de literatuurgeschiedenis van Nederland.
De poëzie van voor 1900 is vooral leerzaam of moralistisch met teksten als: ‘De kunsten en de kennis, verzoeten ’t aardse lot/ Terwijl alom de domheid, veracht wordt en bespot’.
Vanaf het haneboek gaat het via Jan Ligthart, J.P.Heye, Muus Jacobse en Willem Wilmink, naar de huidige tijd met onder andere verzen van Gerrit Komrij en M. Vasalis. Behalve deze bekendere namen komen er ook gedichten voor van minder bekende dichters. Niet stijl of kwaliteit, maar slechts ‘onderwijs’ lijkt het enige criterium te zijn geweest voor opname in de bundel. Daardoor varieert het van Vondel en Ida Gerhardt tot cabaretpoëzie en Kees Stip. Deze chronologische dwarsdoorsnede is exemplarisch voor de Nederlandse cultuur in al haar facetten, gezien door de bril van de Nederlander aan het begin van de 21e eeuw. Zoals elke bloemlezing is ook deze bundel een keuze, maar door een gebrek aan criteria is het totaalbeeld een grabbelton. Daarmee biedt het voor elk wat wils: Een mooi gedicht om een vergadering mee af te sluiten of een les mee te beginnen. Of humor met een dubbele bodem: Wat wil je worden, vroeg de juf,/’t was in de derde klas,/ik keek haar aan en wist het niet/’k dacht dat ik al iets was.
Onderwijs is bij uitstek een thema dat voortdurend inspireert tot poëzie. De argeloosheid van kinderen, de groeipijnen, de kneedbaarheid en de eerste confrontaties met de gebrokenheid van het leven bieden dichters voortdurend stof tot schrijven. Wat ik in deze bundel node mis zijn verzen die het aardse overstijgen.
Gedichten met een tijdloos karakter die een ingelijste plaats aan de muur verdienen zijn ondervertegenwoordigd. Gedichten met een verwijzing naar het eeuwige ontbreken nagenoeg en dat geeft geen reëel beeld van onze rijke literatuurgeschiedenis. Het zou de moeite waard zijn om uit de beschikbare Nederlandse poëzie nog eens zo’n bundel samen te stellen van onderwijsgedichten.
Dan komen Revius en Cats er waarschijnlijk ook in voor.


Ellis en het verbreinen, over hersenen, gedrag & educatie, Jelle Jolles, Neuropsych publishers. Tweede druk, € 22,-. ISBN 97 890 75579 536
Dit boek probeert in een prettig toegankelijke taal een brug te slaan tussen de wetenschappelijke kennis over het brein en de consequenties voor de (onderwijs)praktijk.
In de hersenwetenschap heeft zich de laatste decennia een belangrijke omslag voorgedaan. Was voorheen de geldende gedachte dat onze hersenen in aanleg stabiel waren, de laatste jaren is uit overweldigende hoeveelheid onderzoeken gebleken dat de hersenen tot zeker na de adolescentie, maar zelfs tot latere leeftijd een zekere mate van plasticiteit bezitten. Dat betekent dat de invloed van de omgeving van groot belang is voor de ontwikkeling van het brein. Dit proces van ontwikkeling wordt in dit boek ‘verbreinen’ genoemd.
Gewaarschuwd wordt voor zogenaamde neuromythen: onzin over de hersenen waaruit verkeerde conclusies worden getrokken voor de onderwijspraktijk. Wiskunde- of talenknobbels bestaan niet, maar voorkeuren ontstaan door de omgeving.
Er is veel individuele variatie in de hersenontwikkeling en rijping. Dat heeft gevolgen voor het gebruik van termen als ‘gemiddeld’ en ‘normaal’.
Bewustwording hiervan geeft een relativerende houding t.o.v. het gebruik van leerlingvolgsystemen. Het brein blijkt sterk afhankelijk van de omgeving en ontwikkelt zich in reactie daarop.
Het hersengebied voor planning – de prefrontale cortex – is bij jongeren nog niet uitgerijpt.
Veel tieners zijn daardoor er nog niet aan toe om geheel zelfstandig te werken. Zij hebben een sturende omgeving nodig om hun route te vinden en kennis en ervaringen op te doen. Om dezelfde reden missen deze jongeren vaak een rem op impulsief gedrag.
Het beperkte vermogen van jongeren tot zelfevaluatie en sociale monitoring betekent dat de middenadolescent geen goede keuzes kan maken voor de lange termijn, terwijl dat in ons onderwijsbestel wel van ze gevraagd wordt. Essentieel is dat het onderwijs zich kenmerkt door steun, sturing en inspiratie. Er moet aandacht gegeven worden aan het proces van informatieverwerking bij de scholier en student. Dat betekent dat het onderwijs zich mede bezig moet houden met het creëren van voorwaarden voor de ontwikkeling van hoger-cognitieve vaardigheden op het vlak van plannen en organiseren, van kiezen en beslissen.
Studiehuis en Tweede fase kunnen alleen succesvol zijn als de docent afscheid neemt van de passieve begeleidende rol en steun, sturing en inspiratie gaat bieden.
Dit boek maakt je bewust van het feit dat we in onderwijs en opvoeding voortdurend bezig zijn met verbreinen. De omgeving en vooral ons gezin, de familie en de emotionele banden die daarbinnen bestaan, zijn buitengewoon belangrijk voor de ontwikkeling van ons sociale gedrag.
De opvoeders en onderwijsgevenden zijn die belangrijke omgevingsfactoren die het verbreinen kunnen beïnvloeden, sociaal en cognitief.
Zoals gezegd is de stijl toegankelijk en worden wetenschappelijke inzichten als laaghangend fruit gepresenteerd. Het boek is voor een groot deel samengesteld uit eerder verschenen (achtergrond) artikelen uit kranten en tijdschriften. Hier en daar is dat te merken aan passages die erg op elkaar lijken. Onderwijsgevenden die hun vak serieus nemen, zouden kennis moeten hebben van wat in dit boek staat. Het nodigt uit tot nadenken hoe hersenen zich ontwikkelen en wat dat betekent voor u als opvoeder of leerkracht. Het is interessant en verademend om te lezen hoe Bijbelse opvoedingsprincipes als steun, sturing en inspiratie nu ook door de wetenschap bevestigd worden.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *